Programmaboekje
Prinsjesdagconcert
dinsdag 17 september
20:15
uur tot circa 21:30 uur
Prinsjesdag viert niet alleen traditie, maar ook ieder jaar een nieuw begin. Wij vieren mee, met het 75-jarige bestaan van het Prinsjesdagconcert en de feestelijke introductie van onze artist in residence voor 2024-2025: cellist Jean-Guihen Queyras. Een geweldig feestelijke seizoenopening, vol muzikale belofte én met The Residents!
Programma
Alan Silvestri (1950)
Thema uit de film ‘The Avengers’ (2012)
(met The Residents Stadsorkest, The Residents Academy en Residentie Orkest)
Pjotr Iljitsj Tsjaikovski (1840-1893)
Fantasie-ouverture ‘Romeo en Julia’ (1869-1870/1880)
Antonin Dvorák (1841-1904)
Celloconcert in b, op. 104 (1894-1895)
Allegro
Adagio, ma non troppo
Finale: Allegro Moderato
Waar ga je naar luisteren?
Tsjaikovski
Pjotr Iljitsj Tsjaikovski had een levenslange voorliefde voor Shakespeare. Niet voor niets baseerde hij enkele van zijn beste noten op het oeuvre van de Engelse schrijver zoals de symfonische fantasie ‘The Tempest’. Het was Tsjaikovski’s mentor Mili Balakirev die hem het idee aandroeg om muziek te schrijven bij een ander beroemd verhaal van Shakespeare: de onsterflijke geliefden Romeo en Julia. Onder Balakirevs kritische toezicht zette Tsjaikovski tussen 1869 en 1880 maar liefst drie versies op papier. In de definitieve partituur, een ‘fantasie-ouverture’, brengt de Russische componist op inventieve wijze enkele cruciale elementen uit Shakespeares toneelstuk. Zo verklankt de koraalmuziek van de langzame inleiding het karakter van Friar Laurence, de franciscaner monnik die Julia van haar noodlottige slaapmiddel voorziet. In het onstuimige eerste thema klinkt de strijd van de Montagues en Capulets, compleet met zwaardgekletter dat weergalmt in felle bekkenslagen. Voor de beroemde balkonscène schreef Tsjaikovski een melodie die nog altijd hoog scoort onder de bekendste liefdesthema’s aller tijden.
Dvorák
Opgroeiend in het Boheemse dorpje Nelahozeves, een gehucht dat minder dan vijftig huizen telde te midden van uitgestrekte velden en landerijen in zachtglooiende heuvels, kwam Antonin Dvorák al vroeg in aanraking met muziek. Zijn vader bestierde een slagerij en een herberg maar bespeelde tevens uitstekend de citer. Van hem kreeg de kleine Dvorák zijn eerste muzieklessen die later op de dorpsschool werden voortgezet. Muziek maken zat de dorpsbewoners sowieso in het bloed, zo beschreef Dvorák treffend in een interview met de Britse Sunday Times in 1885: “Alle Slaven houden van muziek. Ze kunnen de hele dag in het veld werken, maar ze zijn altijd aan het zingen en de ware muzikale geest brandt vurig in hen. En wat houden ze ook van dansen! Op zondag, als de kerk uit is, beginnen ze muziek te maken en te dansen, vaak tot vroeg in de volgende ochtend. Elk dorp heeft een orkestje van zo’n acht of tien muzikanten – ik behoorde tot het onze zo gauw ik een beetje kon fiedelen.” De volksmuziek werd Dvorák met de paplepel ingegoten. Het verwondert dan ook niet dat hij als componist zijn expressieve lyriek en krachtige ritmiek combineerde met elementen uit de Slavische volksmuziek.
Celloconcert
“De cello is een prachtig instrument maar zijn plaats behoort in het orkest en in kamermuziek. Als solo-instrument komt de cello niet goed tot zijn recht.” Opmerkelijke woorden voor een componist als Dvorák, die aan het einde van de negentiende eeuw een van de beroemdste celloconcerten ooit zou componeren. Een eerste proeve van bekwaamheid op het gebied van soloconcerten deed hij al op 23-jarige leeftijd bij het schrijven van zijn eerste Celloconcert in A, waarschijnlijk geïnspireerd door zijn liefde voor Josefina Cermáková, de zus van zijn latere vrouw Anna. Helaas wees Josefina hem af en het concert werd nooit georkestreerd. De geschiktheid van het instrument, de “nasale klank in het hoge register van de cello en de mompelende klank in het lage register” deden Dvorák twijfelen opnieuw een celloconcert te schrijven, ook al werd hij aan alle kanten daartoe aangespoord. Pas tijdens zijn verblijf in New York – Dvorák was van 1892 tot 1895 artistiek directeur en docent compositie aan het National Conservatory of Music – raakte hij zo onder de indruk van het Tweede Celloconcert van mededocent Victor Herbert dat Dvorák besloot zelf wederom een celloconcert te schrijven. In slechts drie maanden wist Dvorák zijn eerdere twijfels over de cello als solo-instrument te overwinnen en schreef een absoluut meesterwerk met prachtige melodieën ingebed in een buitengewoon fraaie structuur. Het werk ontlokte Dvoráks vriend en mentor Johannes Brahms zelfs de uitspraak: “Waarom in ’s hemelsnaam wist ik niet dat men zo een celloconcert kan schrijven. Als ik dat geweten had, had ik er al lang geleden een gecomponeerd.”
Werkend aan het tweede deel ontving Dvorák het bericht dat zijn vroegere jeugdliefde Josefina ernstig ziek was. Uit respect voor zijn schoonzuster verwerkte hij zijn lied ‘Lasst mich allein’ – ooit speciaal voor haar geschreven – in het Adagio. Haar overlijden in mei 1895 greep Dvorák zo aan dat hij het slot van de wervelende Finale aanpaste door een meditatief gedeelte met verwijzingen naar het eerste en tweede deel toe te voegen, vlak voordat het orkest het accelerando inzet om het concert majestueus te eindigen.
Jan Jaap Zwitser
Biografieën
Residentie Orkest Den Haag
Kerem Hasan
Jean-Guihen Queyras
Het Residentie Orkest biedt de dirigent en solist bij dit concert een linosnede aan van de Haagse kunstenaar Mariska Mallee.
Fun Fact
Op zijn oude dag werd Dvořák lid van de Oostenrijkse senaat. Op 14 mei 1901 aanvaardde hij deze erebaan, was aanwezig bij een vergadering, nam al de potloden mee van zijn bureau omdat zij perfect waren voor het componeren en kwam nooit meer opdagen.
RO QUIZ
In welk jaar vond het eerste Prinsjesdagconcert plaats?-
1948
Goede antwoord: 1949
Het Prinsjesdagconcert is al 75 jaar dé opening van het nieuwe seizoen van het Residentie Orkest. Het allereerste Prinsjesdagconcert vond plaats op 20 september 1949 in de Haagse Houtrusthallen. Dit gebeurde op initiatief van de net aangestelde chef-dirigent Willem van Otterloo. Sindsdien is het concert niet meer weg te denken uit de programmering van het orkest.
-
1949
Goede antwoord: 1949
Het Prinsjesdagconcert is al 75 jaar dé opening van het nieuwe seizoen van het Residentie Orkest. Het allereerste Prinsjesdagconcert vond plaats op 20 september 1949 in de Haagse Houtrusthallen. Dit gebeurde op initiatief van de net aangestelde chef-dirigent Willem van Otterloo. Sindsdien is het concert niet meer weg te denken uit de programmering van het orkest.
-
1975
Goede antwoord: 1949
Het Prinsjesdagconcert is al 75 jaar dé opening van het nieuwe seizoen van het Residentie Orkest. Het allereerste Prinsjesdagconcert vond plaats op 20 september 1949 in de Haagse Houtrusthallen. Dit gebeurde op initiatief van de net aangestelde chef-dirigent Willem van Otterloo. Sindsdien is het concert niet meer weg te denken uit de programmering van het orkest.
Goede antwoord: 1949
Het Prinsjesdagconcert is al 75 jaar dé opening van het nieuwe seizoen van het Residentie Orkest. Het allereerste Prinsjesdagconcert vond plaats op 20 september 1949 in de Haagse Houtrusthallen. Dit gebeurde op initiatief van de net aangestelde chef-dirigent Willem van Otterloo. Sindsdien is het concert niet meer weg te denken uit de programmering van het orkest.
Vandaag in het orkest
Help Den Haag aan muziek!
Steun ons en help alle inwoners van Den Haag te bereiken en te verbinden met onze muziek.
Bekijk alle programmaboekjes
Houd rekening met uw buren en zet de helderheid van uw scherm omlaag.