Schubert 9
Fri, March 24 - 8 p.m.
Sun March 26 - 2:15 p.m.
A Starter will take place prior to this concert. You can attend this at
the Swing on the second floor to the left of cloakroom.
Richard Egarr conductor
Tobias Feldmann violin
Alice Yeung (1999)
One Minute Symphony: jikoku (2023)
Louise Farrenc (1804-1875)
Overture No. 1 in E, op. 23 (1834)
Felix Mendelssohn Bartholdy (1809-1847)
Violin Concerto in E, op. 64 (1844-1845)
Allegro molto appassionate
Andante
Allegretto non troppo - Allegro molto vivace
Pause
Franz Schubert (1797-1828)
Symphony No. 9 in C, D944 "The Great" (1825-1828)
Andante - Allegro ma non troppo - Piu moto
Andante con moto
Scherzo. Allegro vivace - Trio
Finale. Allegro vivace
End of concert approximately 10 p.m. (Friday) or 4:15 p.m. (Sunday)
Richard Egarr - conductor
Studies Began as choirboy at York Minster, then Chetham's School of Music (Manchester) and Clare College Cambridge (organ). Studied harpsichord with Gustav and Marie Leonhardt.
Current Position Permanent guest conductor Residentie Orkest The Hague, artistic partner of St. Paul Chamber Orchestra in Minnesota and music director of the Philharmonia Baroque Orchestra and Chorale.
Highlights Plays all types of keyboard instruments, performs in a variety of chamber music settings, and is in great demand as a soloist and conductor. Has appeared before The Orchestra of the Age of Enlightenment, Orchestra of the Eighteenth Century, Royal Concertgebouw Orchestra, London Symphony and Philadelphia Orchestra, among others, and was associate artist of the Scottish Chamber Orchestra from 2011-2017. Was also chief conductor of the Academy of Ancient Music for 15 years.
Tobias Feldmann - violin
Education Hochschule für Musik in Würzberg and Berlin
Highlights Concerted with orchestras such as Konzerthausorchester Berlin, Bournemouth Symphony, Tampere Phiilharmonic, Concertgebouw Chamber Orchestra, WDR Sinfonieorchester with conductors such as Karl-Heinz Steffens, Reinhard Goebel, Michel Tabachnik and Marin Alsop. Played at festivals such as the Rheingau Musik Festival and the Schleswig-Holstein Musikfestival with Kian Soltani, Denis Kozhukin and Tabea Zimmermann, among others. Made his Dutch debut in 2018 with the Residentie Orkest led by Nicholas Collon.
Prizes include International Joseph Joachim Competition (2012), Deutschen Musikwettbewerbs (2012), Queen Elisabeth Competition (2015).
Plays a violin by Nicolo Gagliano (Naples, 1769).
Other Became professor of violin at the Hochschule für Musik in Würzberg at the age of 26.
Residentie Orkest The Hague
Founded The Hague, 1904
Current chief conductor Anja Bihlmaier
Permanentguest conductors Richard Egarr and Jun Märkl
Chief conductors: Henri Viotta, Peter van Anrooy, Frits Schuurman, Willem van Otterloo, Jean Martinon, Ferdinand Leitner, Hans Vonk, Evgenii Svetlanov, Jaap van Zweden, Neeme Järvi, Nicholas Collon.
To be seen at Amare, Paard, The National Opera, Royal Concertgebouw, De Doelen, TivoliVredenburg.
Education: Annual outreach to over 40,000 schoolchildren, adults and amateur musicians in educational projects. Part of this is The Residents, through which the orchestra brings hundreds of children from districts in The Hague into contact with classical music.
Farrenc, Mendelssohn and Schubert
‘Une génération morte pour la musique’. Over de Parijse muziekcultuur waren critici in de eerste decennia niet al te lovend. Operatheaters en aristocratische salons waren de plekken waar het gebeuren moest, maar wat betreft Franse salonmuziek beperkten de smaken zich tot oppervlakkige romances en dansmuziek. Reikhalzend werden meer doorwrochte symfonieën en kamermuziek van over de grens gehaald. Haydn, Mozart en Beethoven werden de muzikale voorbeelden van de generatie waarin Jeanne-Louise Dumont opgroeide.
Zij kwam uit een kunstenaarsgezin met generaties beeldhouwers en schilders die verbonden waren geweest aan het hof sinds Louis XIV. De artistieke drang bij Louise lag evenwel meer in de muziek. Zij had privéles van vooraanstaande pianopedagogen zoals Reicha, Moscheles en Hummel en trouwde met Aristide Farrenc, die net een muziekuitgeverij aan het opzetten was, waar Louise hem bij hielp. Naast een Franse versie van de opera Fidelio en arrangementen van Hummel, bevatte de eerste uitgaven ook pianowerken van Louise Farrenc.
In 1834 schreef zij haar eerste orkestwerken: twee ouvertures. Later zouden nog drie symfonieën en een onvoltooid pianoconcert volgen. Ondanks haar huwelijk met een uitgever werd haar orkestmuziek pas laat in de twintigste eeuw gedrukt. In navolging van de inmiddels in Parijs doorgedrongen Weense klassieken is de Eerste ouverture geconstrueerd volgens een sonatevorm met contrasterende thema’s en vlugge strijkerspassages die doen denken aan de sprookjessfeer in de beste werken van Mendelssohn. Behalve als componiste en pianiste, was Farrenc dertig jaar werkzaam als pianodocent aan het Conservatorium van Parijs, een bijzonderheid als eerste vrouw in de geschiedenis van het instituut.
Ook in andere muzieksteden was het conservatorium destijds echt een mannenwereld. Toen Felix Mendelssohn in 1843 het conservatorium van Leipzig oprichtte, nodigde hij weliswaar in tweede instantie Clara Schumann uit als docent, echter naast uitsluitend mannelijke collega’s als Mosscheles, Hiller, Gade en David. Die laatste, Ferdinand David, werd aangesteld als viooldocent. Hij was een gewaardeerd solist, concertmeester en kamermusicus, met wie Mendelssohn al een lange vriendschap onderhield.
Reeds in 1838 had Mendelssohn voorgesteld een vioolconcert voor hem te schrijven. Na veel overleg met David over viooltechnische details zou het Vioolconcert in e pas in 1844 klaar zijn. Behalve de technische mogelijkheden van de solist, wilde Mendelssohn ook een eigen stem laten horen, waarmee hij uit de schaduw van het grote vioolconcert van Beethoven kon treden. Mede door enkele verrassende compositorische vindingen lukte hem dit bijzonder goed. Waar de luisteraar destijds een riante orkestinleiding verwachtte, begint Mendelssohns solist al na anderhalve maat. En terwijl men gewend was aan een virtuoos geïmproviseerde cadens aan het eind van het eerste deel, schreef Mendelssohn een eigen cadens voor op een veel eerder en spannender moment. Bovendien liepen alle delen in elkaar over, zodat het Vioolconcert niet onderbroken kon worden door applaus of geroezemoes.
Terwijl Farrenc uit een artistiek milieu kwam en getrouwd was met een muziekuitgever, en Mendelssohn als wonderkind opgroeide in een welgesteld gezin dat hem een eigen huisorkest ter beschikking stelde, had Franz Schubert niets van dit alles. Hij moest iedere stuiver omdraaien en hield in Wenen zijn broek op dankzij bijbaantjes als onderwijzer en overleed in 1828 op 31-jarige leeftijd na veel ziekteleed.
Tien jaar later bezocht Schumann Schuberts broer en vond in diens bureaula nog enkele handgeschreven muziekstukken: een paar missen, opera’s en symfonieën. Schumanns oog viel direct op de Symfonie in C, waarvan het grootste deel nog nooit was uitgevoerd. Hij prees de ‘himmlische Länge’, doelend op het Andante con moto: een flow van muzikale gedachten die begin noch eind lijken te hebben, en waarvan de tijdsspanne niet menselijk gemeten kan worden.
Vermoedelijk begon Schubert met de symfonie tijdens een zomervakantie in 1825 en bleef hij schaven tot hij het werk kort voor zijn dood tevergeefs aan de Wiener Geselschaft der Musikfreunde presenteerde. In de grote hoornsolo waarmee het werk opent, schemert al de monumentaliteit door. Behalve de uitgebreide orkestbezetting, inclusief trompetten, trombones en pauken, slaat de latere bijnaam ‘De Grote’ op de behoorlijk lengte. Uitgezonderd Beethoven met zijn Negende, waarvan Schubert de première bijwoonde, duurde een symfonie nooit zó lang. Het vierde deel van Schuberts werk bevat zelfs een verwijzing naar Beethovens slotkoor.
Na deze ontdekking bracht Schumann de handschriften mee naar Leipzig en wist daar in 1839 de eerste complete uitvoering te organiseren met het Gewandhausorchester onder leiding van Mendelssohn. De nieuwe werelden waarin Schubert de luisteraars meenam, zouden misschien verwarring kunnen zaaien, maar de lieflijke nasmaak, zo beloofde Schumann, zou er een zijn als na een toneelstuk vol sprookjes en magie.
Frans boendermaker
Fun Fact
Franz Peter Schubert
(Vienna, Jan. 31, 1797 - Nov. 19, 1828)
Although Schubert's Ninth Symphony was later praised for its heavenly length, ironically, it was that same length that caused raised eyebrows among Schumann's contemporaries. At the Vienna premiere, for example, only the first two movements of Schubert's symphony were played. An aria from Donizetti's Lucia di Lammermoor was inserted as a leisurely interlude.
One Minute Symphony
Composition student Alice Yeung from Hong Kong met Johan de Vos, Manager of Housing & Facilities at Amare. Johan showed Alice all kinds of "secret" places in Amare, from the basement to the grid above the Concert Hall. Alice will try to incorporate Amare into her composition: from the grandeur of the outside to the details on the inside and all the passionate activities taking place in the halls.